Of de Minimarkt een bedreiging is voor het klassieke bedrijfsrestaurant, cateraars denken van niet

Grote landelijke cateraars negeren de trend van onbemand en Mini-Markets en hopen dat hij overwaait nu de overheid aankondigt dat de Corona maatregelen worden losgelaten. Deze cateraars hopen dat alles weer teruggaat naar het oude.

Deze cateraars, die het over het algemeen erg moeilijk hebben door alle corona gerelateerde maatregelen en gevolgen daarvan blijken niet erg innovatief. Sommige ontplooiden wat online initiatieven om hun waar aan de man te brengen maar ze zijn allemaal in afwachting van het einde van de beperkingen. De landelijke cateraars hebben moeite met “onbemand” omdat het niet past in het businessmodel. De term “Grab & Go” durven zij nog wel te gebruiken maar leggen dan wel gelijk uit dat het is om mee te nemen. Een no-go is ook dat mensen zelf hun aankopen afrekenen. Voor hen is het een groot risico dat opdrachtgevers gaan inzien dat onbemand of deels onbemand heel veel voordelen heeft en dat het inspeelt op de behoefte van 24/7 – To-Go or Eat on the Spot.

Het probleem van de grote landelijke cateraars is tweeledig. Enerzijds zijn de verdienmodellen gebaseerd op de “P” van personeel. En wat te doen met al die medewerkers die door onbemand, of deels onbemand, geen werk meer hebben.

De 4 grootste cateraars hadden aan het begin van de Coronacrisis plots 10.000-en mensen thuiszitten.

De afgelopen twee jaar hebben deze cateraars hoofdbrekens gehad hoe zij deze mensen weer aan het werk zouden kunnen krijgen. In veel gevallen zijn deze pogingen uitgemond in ruzie met opdrachtgevers en hebben deze opdrachtgevers de contracten opgezegd. Bij de grote landelijke cateraars is de werkgelegenheid fors afgenomen. Het is nog niet te becalculeren wat dit voor impact heeft op de bedrijfsmodellen van deze cateraars maar het staat vast dat er grote veranderingen nodig zijn.

Deze cateraars, veelal vertegenwoordigd in de Veneca hebben met Bedrijfscatering CAO altijd een protectionistisch model in stand gehouden. Regionale cateraars werd het op een aantal fronten erg lastig gemaakt om de markt te betreden. Als opdrachtgevers een contract opzeggen en er geen rechtsopvolger is blijft de catering-medewerker bij de vertrekkende cateraar in dienst, ook als deze op dat moment geen nieuwe opdrachtgever heeft. Dit is precies de het gevaar waar de regionale cateraar altijd op heeft gewezen en wat de grote landelijke cateraars door hun schaalvoordeel op wel konden vangen.

De verplichte overgang van medewerkers bij een contract wissel van cateraar op cateraar, maar vooral het gebrek aan verantwoordelijkheid van een opdrachtgever is waar de grote landelijke cateraars nu de zure vruchten van plukken. Bij de landelijke cateraars kwamen op een bepaald moment in de coronacrisis tientallen beëindigingen per maand binnen. Opdrachtgevers maakten geen gebruik meer van de automatische verlengingen maar hebben de contracten opgezegd. De cateraar zag zich geconfronteerd met medewerkers die al tientallen jaren verbonden zijn. De transitievergoedingen zijn enorm en slaan grote gaten in de bedrijfsmodellen van de cateraars.

De Corona maatregelen van de overheid hebben ook een andere trend ingezet.

Het thuiswerken dat in veel branches goed bevalt en wat veel werknemers plezierig vinden is het echte gevaar voor de cateraars. Opdrachtgevers zijn niet meer bereid om grote budgetten vrij te maken voor een bedrijfsrestaurant met een teruglopend aantal gebruikers. Met het thuiswerken is ook de behoefte ontstaan dat mensen, als ze op kantoor zijn meer willen socialiseren. Mensen laten zich niet meer in het keurslijf van 9 tot 5 dwingen maar willen met collega’s afspreken op de momenten dat het hen uitkomt. Er is een grotere behoefte dan alleen het samen lunchen. Mensen willen ook kunnen ontbijten, een ontbijtmeeting in plaats van een lunchmeeting, het moet gewoon kunnen.

Het bedrijfsrestaurant moet een clubhuis zijn. Je ontmoet elkaar, je spreekt er af en werkt er. Je moet er de hele dag kunnen vertoeven, noem het een werkcafe. Er moet een voorziening zijn voor de lunch, het ontbijt en het diner. Ook de momenten tussendoor zijn belangrijk. Goede koffie, een croissant, muffin of een zakje chips moet worden aangeboden. Er wordt ingespeeld op de behoefte naar collegialiteit en is er een speciaal vrijdagmiddag-assortiment. Denk aan een hartig hapje en met mate een flesje bier of alcoholvrij drankje. In de toekomst worden zelfs je boodschappen er bezorgt.

Bedrijven zullen het “wij” gevoel steeds belangrijker gaan vinden. De krapte op de arbeidsmarkt dwingt hen hiertoe. Het bedrijfsrestaurant wordt een clubhuis.
De fervente thuiswerker moet zich er “thuis” voelen. Opdrachtgevers zien zich voor de uitdaging hoe zij mensen kunnen binden. Vraag je af wat het uitmaakt of je voor bedrijf X of voor bedrijf Y werkt als je geen binding hebt met collega’s en niet vaak op kantoor bent. Goede mensen vinden is erg moeilijk en het is belangrijk ze te behouden.

Het gaat om de plusjes die je als bedrijf te bieden hebt. Een fitnessruimte, goede secundaire arbeidsvoorwaarden maar ook een continu aanbod van gezond eten en drinken op die momenten dat daar behoefte aan is.

PURA GO is één van de eerste aanbieders van de MiniMarkt in Nederland en is marktleider op dit gebied.

Direct na de de eerste Corona maatregelen heeft PURA het minimarkt concept vormgegeven en zijn de eerste pilot-stores geopend. In iets meer dan een jaar is PURA GO van 0 naar 50 locaties gegroeid. Het format is overal hetzelfde maar elke locatie heeft zijn eigen wensen. De basis is het 24/7 aanbieden van ultra verse producten met of zonder een servicemedewerker. Sommige opdrachtgevers hechten aan de persoonlijke touch en willen tussen de middag verse broodjes, warme gerechten en een warm soepje bieden. Andere kiezen voor het onbemande en volledig zelfservice.

PURA GO beschikt over een Experience Centre waar opdrachtgevers kunnen komen kijken